De Timor-roodvleugelparkiet, een rariteit onder de kwekers

De Timor roodvleugelparkiet is één van de minst gekende en gehouden soorten uit het geslacht Aprosmictus. Waarschijnlijk heeft dit te maken met het lage importgehalte in de vroegere jaren en de hoge aanschaffingsprijs.

Frans: Perruche Erythroptère de Timor

Engels: Timor Red-winged parrot

Duits: Timor-Rotflugelsittich

Wetenschappelijk: Aprosmictus jonquillaceus

Beperkt

In het wild komt de Timor roodvleugelparkiet voor op de Indonesische eilanden Timor en Wetar; dus een beperkt gebied. Deze vrij zeldzame vogel is het broertje van de welgekende Australische roodvleugelparkiet. Buiten de nominaatvorm bestaat er één ondersoort, met name de Wetar roodvleugelparkiet.

Beschrijving

Aprosmictus j. jonquillaceus (Timor roodvleugelparkiet)

  • Man: Kruin en voorhoofd: geelachtig groen;rugveren, binnenste vleugeldekveren en de mantel: donkergroen, de mantel heeft blauwe randen; onderrug en stuit: helder blauw; de kleine en middelste vleugeldekveren: geel met een lichtgroene tint; de rand van de middelste vleugel- en de grote dekveren: rood rest van de vleugel: groen waarbij de grote slagpennen donkerder zijn; staart: bovenkant groen, onderkant grijszwart met gele omzomingen; bek: koraalkleurig met een oranje punt; iris: oranje; poten: donkergrijs;
  • Pop:Verschilt van de man door het ontbreken van de blauwe tekening op de mantel- en de rugveren. De iris is bij het vrouwtje oranjebruin.
  • Juveniel: Lijkt op de pop maar de kleine- en de middelste vleugeldekveren zijn groen met weinig of geen geel. De iris is bleekbruin. Krijgt het volwassen kleed op de leeftijd van 18 maanden.
  • Lengte: Man: 120 â 146 gram. Pop: ongeveer 150 gram
  • Grootte: ongeveer 35 cm.

Aprosmictus j. wetterensis (Wetar roodvleugelparkiet)

  • Man: Idem als Timor roodvleugelparkiet, maar kleiner;
  • de binnenkant van de kleine- en de middelste vleugeldekveren: groen met een gele waas;
  • vleugels: de rode tekening is minder uitgebreid.
  • Pop: Idem als de pop van de Timor roodvleugelparkiet maar de bovenste vleugeldekveren zijn donkerder groen.
  • dimorfisme: Het geslacht kan vastgesteld worden via de iris en de kleurverschillen op de mantel en rug.
  • gewicht.
  • Man: 120 â 146 gram. Pop: ongeveer 150 gram
  • Grootte: ongeveer 34 cm.

Ontwormen

De Timor roodvleugelparkiet is gehuisvest in een volière van ongeveer vijf meter lang op één meter twintig breed en twee meter hoog. De minimumafmetingen voor het onderbrengen van een paar mag niet kleiner zijn dan vier meter lang x één meter breed x twee meter hoog. In een kleinere vlucht gaan ze snel vervetten en zal er van jongen kweken minder sprake zijn. Er moet een vorstvrij nachthok voorzien zijn dat tijdens de wintermaanden verwarmd kan worden.

Als bodemoppervlak kan er voor zand (grind) of kiezels geopteerd worden, omdat ze graag over de grond bewegen. Dit brengt met zich mee dat ze vaak ontwormd moeten worden. Ze zijn zeer gevoelig voor zowel spoel- als haarwormen. Een goed ontwormingsmiddel hiervoor is Panacur (te verkrijgen bij de dierenarts of de apotheker). Vijf druppels per vogel in de bek volstaat. Als u dit na een week herhaalt dan zullen alle wormen wel verdwenen zijn. Vaak treedt er een resistentie op tegen Panacur. Daar dit product veelvuldig gebruikt wordt door de meeste kwekers krijgt men een voorval zoals er nu bij onze antibiotica voorkomen. Daarom is een ontworming met Ripercol in veel gevallen een noodzaak. Een voordeel van Ripercol is dat alle wormen in een tijd van ongeveer een uur gedood worden. Na een week wordt dit weer herhaald, aangezien de eitjes na een week uitkomen in het lichaam van de vogel. Voor ernstige zieken, moet men vaak na drie dagen een herhaling doen. De week erna nog eens en de week erna nog een laatste maal. Tijdens deze periode is het aangewezen om uw volières dagelijks te ontsmetten met Virkon. Echter voor wormeneieren is er maar één middel: de uitwerpselen met een brander afbranden. Als u hier te nonchalant mee omspringt kan ik u garanderen dat u binnen de maand terug worminfecties heeft onder de vogels. Het nadeel van Ripercol is dat de juiste dosering moet toegediend worden. Te weinig leidt tot niets en te veel tot de dood van de vogel. De dosering wordt bepaald door het gewicht van de vogel. Ripercol moet steeds verdund worden met water en wordt snel slecht. Panacur mag niet verdund worden en blijft langer goed. Heeft u meer vragen hieromtrent, aarzel dan niet om raad te vragen aan een dierenarts, hij zal u zeker de nodige uitleg verschaffen..

Het is zeer belangrijk dat er een voldoende grote volière aangeboden wordt, aangezien de man tamelijk agressief is tegenover de pop tijdens de broedperiode. Het hoeft niet gezegd te worden dat deze vogels niet geschikt zijn voor gezelschapsvolières. Elk paar dient apart te zijn gehuisvest

Nestkast

Als nestkast wordt er een vierkant type van 25 x 100 cm met een invlieggat van 7 cm doorsnede gebruikt. Een natuurblok mag gerust ook en is vaak beter aangezien hier luizen, mijten en ander ongedierte minder snel gading vinden en zulke nesten veel beter isoleren. Ook hier kunt u de vogels laten kiezen uit twee nestkasten. Let er op dat er geen direct zonlicht in de inkruipholte kan schijnen, daar houdt deze parkiet niet van. Als bodemvulling voor de nestkast wordt er geopteerd voor een vulling van ongeveer 8 cm turf gemengd met houtkrol, gekapte beuk, dat een beetje natgemaakt wordt met water.

Voor de inkruipholte kan een licht houten plankje bevestigd worden waaraan de pop kan aan knagen tot ze er in kan. De man, die zijn schouders meer zet dan de pop, kan de nestkast niet in. Zo kan de pop wegvluchten van de grillen van de man.

Zorg steeds dat bij de aanvang van de kweek dat de vogels over nette, ontsmette nesten kunnen beschikken. Het vergroot de kans op overleven van de jongen. Er zijn tal van gevaarlijke schimmels, bacteriën, virussen en luizen die zeer schadelijk zijn. Vraag daarom aan een dierenarts welk ontsmettingsmiddel u mag gebruiken. Persoonlijk opteer ik voor Virkon. Dit product vernietigd bacteriën, schimmels en virussen, iets wat bleekwater en dettol niet volledig doen. Bovendien mag het gebruikt worden in het bijzijn van de vogels. Een andere zaak dat aanbevolen kan worden is het verstuiven van verdunde eucalyptus in de volières. Dit is zeker een aanrader. Het bevordert de ademhaling, en ruikt bovendien naar het thuisland. Daar vertoeft de roodvleugel vaak in eucalyptusbomen. En de muizen hebben er bovendien een hekel aan. Men kan eucalyptus bekomen in natuurwinkels of er zijn al zaken die dit rechtstreeks aan de kweker verkopen.

Kweek

De Timor roodvleugelparkiet woont rond april. De pop legt drie tot vijf eieren die ze gedurende een twintigtal dagen alleen bebroed. De man voedert haar dan wel tijdens deze periode. Wel kunt u ze soms van het nest betrappen om haar ontlasting kwijt te geraken. Dit gebeurt vooral smorgens en bij het vallen van de avond.

De jongen worden geringd met een gesloten ring van dezelfde doorsnede als de roodvleugelparkiet. Na vijf weken vliegen de jongen uit. Na circa vijf weken zijn ze zelfstandig maar ze mogen gerust lang bij de ouders blijven; dit is niet schadelijk. Hou enkel de man in het oog. Hij durft wel eens de jonge mannen nazitten; vandaar. Gebeurt dit dan moeten de jongen apart geplaatst worden.

Gedrag

  • De Timor roodvleugelparkiet is een geen luide vogel en toch actief.
  • Baden doet deze parkiet geregeld, maar hij laat zich ook graag besproeien.
  • Het is geen knager; u kan de volière gerust in hout maken.Verstrek evenwel jonge fruitboom- of wilgentakjes en in de winter dennenappels.
  • Het is een echte vlieger die dus een voldoende grote volière nodig heeft met een nachtverblijf van één â twee meter.
  • Meestal kan er pas het derde jaar overgegaan worden tot kweken.Soms wonen ze al het tweede jaar.Verder kan u ze als jonge vogels laten kiezen uit meerdere vogels; zo vinden ze zelf hun partner.Deze methode levert de beste kweekkoppels op. Natuurlijk is dit bij deze soort niet evident door: enerzijds de hoge aanschafprijs en anderzijds de schaarsheid van deze vogels.
  • Er kan gebruik gemaakt worden van de roodvleugel-, de berg- en de barrabandparkiet als pleegouder voor deze soort. Kakarikis en roodruggen brengen deze soort maar een tiental dagen groot. Na tien dagen zet de roodvleugel, de Polytelis- en de Alisterussoorten zich recht om gevoederd te worden en deze gewoonte schrikt de kakarikis en roodruggen af.
  • Tijdens de balts zal men geregeld bedelgeluiden van de pop horen.Deze wordt dan vaak gevoederd door de man. Deze parkiet kan gemakkelijk tot zijn vijfentwintigste wonen.
  • Deze parkiet kan niet in kolonieverband gekweekt worden, daar is hij te agressief voor. Tenzij er over een zeer grote volière kan beschikt worden. Maar laat zulke zaken maar over aan dierenparken en specialisten.
  • Als u meerdere roodvleugelsoorten houdt, stimuleert dit zeker de kweek.Ze zullen op elkaar roepen en dit bevordert alleen maar hun stimulans tot broeden.

Verzorging

Als voeding wordt er een zaadmengeling met veel witzaad, alle milletsoorten (Japanse-, witte-, gele-, rode-, panicum-,…), hennep, nigerzaad, gepelde haver, tarwe en padi, boekweit, cardy en een beetje zonnepitten verstrekt.

Tijdens de kweek en in de koudere maanden verstrekt u best meer zonnepitten om extra vetstoffen mee te geven. Kiemzaad wordt graag opgenomen. Elke dag wordt het water ververst. Na vierentwintig uur is het drinkwater een ware bacteriënpoel. Dit resulteert alleen maar in het ontstaan van allerlei ziekten. Probeert u het zelf maar en zet een glas water één dag buiten en drink het daarna maar op.

Tijdens de kweekperiode wordt een eivoeder (orlux gold paté , tropical fruit paté en insext paté van de firma Versele-Laga) gebruikt gemengd met gemalen wit brood, rusk, biergist, de nodige vitaminen en mineralen alles natgemaakt met een geraspte wortel, rode biet,vijgen en appel. Buiten het kweekseizoen wordt dit driemaal in de week verstrekt.

Verder geeft u ze best dagelijks een fruitmengeling dat telkens varieert. Appel, sinaasappel, komkommer, wortel, paprika, banaan, granaatappel, vijgen, papaya, kiwi, noten, rode biet, rozenbottel, druif, paardenbloem, herderstasje… dit alles wordt zeer graag aangenomen alsook een halfrijpe maiskolf en wilde grassen.

Sepia, jodiumsteen en een mengeling van drie soorten grit (oestergrit, scherpe maagkiezel en de klassieke grit) ontbreken nooit. Op trosgierst zijn ze ook verzot. Geregeld verse fruitboomtakken of wilgentakken verstrekken helpt tegen de verveling. Vanaf oktober verstrekt u best tarwekiemolie onder de zaadmengeling en elke week eivoer, dit tot het eerste ei gelegd is. Dit om legnood bij jonge of oude poppen te voorkomen.

Mutaties

Er zijn geen mutaties bekend bij deze soort. Wel kruisingen met de ondersoort die onvruchtbaar zijn en met de roodvleugelparkiet. Het spreekt voor zich dat dit moet afgeraden worden; er is al genoeg rommel op de markt. Er duiken plots overal nieuwe mutaties op bij de parkietensoorten waarvan de afkomst maar duister is. Dit alles omdat er toch zo graag geld aan te verdienen. Nagedacht over de gevolgen hiervan wordt niet gedaan.

Slot

De Timor roodvleugelparkiet is een vogel voor de gevorderde kweker omwille van zaken die ik eerder in dit artikel beschreven heb. Deze vogel is niet een al te beste kweker en zal niet snel tot broeden overgaan. Dit kan aan allerlei feiten liggen: partnerkeuze, voeding, huisvesting, het weer, verandering in de omgeving. Er mag niet vergeten worden dat Timor roodvleugelparkiet een zeer stressgevoelige parkiet is. Eens hij volwassen is verdraagt hij zeer goed ons klimaat, maar hou hem zeker nauwlettend in het oog tijdens onze weergrillen. Vroeger kwam deze soort enkel voor in dierenparken nu zijn er een aantal kwekers in Duitsland en Europa, die er positieve broedresultaten mee behalen. Als deze trend zich voortzet zal deze mooie parkiet zich ook wel verspreiden onder het merendeel van de kwekers. Deze vogel kan ondermeer bewonderd worden in het Vogelpark Walsrode dat mij ook de nodige informatie bezorgd heeftvoor dit artikel.