De oranjekuifkaketoe

De oranjekuifkaketoe

Eén voor mij persoonlijk van de mooiste vertegenwoordigers van het geslacht Cacatua is beslist de oranjekuifkaketoe. In het verleden, trof men ze vaker aan bij kwekers. Maar geleidelijk aan begint zijn populariteit te minderen en treft men hem minder vaak aan omwille van zijn tamelijk agressief karakter tegenover de pop.

Duits: Orangehaubenkakadu

Engels: Citron-crested Cockatoo

Frans: Cacatoès à huppe orange

Wetenschappelijk: Cacatua sulphurea citrinocristata

Beschrijving

man: De algemene veerkleur is wit; de kuif bestaat uit 5 paren naar voor gebogen oranje pluimen plus de witte pluimen die wanneer de kuif neerligt half de kuif omvatten; onderkant van de vleugels en staart pluimen zijn geel, de oogring is naakt en crèmewit gekleurd; iris is bij de man donkerbruin, bruinrood bij de pop; poten grijs; bek is grijszwart. De man is groter dan de pop en weegt +/-425 g, verder hebben ze meestal een smallere bek.

pop: Als man, maar algemeen kleiner en met een bruinroodachtige iris. De pop weegt +/- 360 g.

jongen: Als volwassene, maar hun iris is grijs en de snavel ook. De pop bekomt haar bruinroodachtige iris kleur op leeftijd van 2 tot 3 jaar. Dus het laten sexen bij deze soort is aanbevolen bij jongere vogels om een 100% zeker paar te kunnen samenstellen.

Lengte: ± 32-34 cm.

geluid: Volgens de kwekers die ik geraadpleegd heb is de oranjekuifkaketoe een minder sterke roeper. Het is meestal de man die laat ’s morgens en ’s avonds of tijdens een regenbui wat gekrijs voortbrengen. Maar dit gekrijs is minder krachtig dan van de kleine geelkuifkaketoe. Het gekrijs is het sterkst en het langdurigst wanneer ze genieten van een douche in de regen. Ze lijken dan erg gelukkig te zijn en uiten dan hun vreugde met luid gekrijs en wiekgeklap.

ondersoorten: Geen want de oranjekuifkaketoe is een ondersoort van de kleine geelkuifkaketoe (cacatua sulphurea.) De andere ondersoorten samen met de kleine geelkuifkaketoe zullen in een later artikel behandelt worden. Wel is er een verschil in grootte, zoals eerder aangehaald, vastgesteld.

Wildleven

Hun natuurlijke verspreiding ligt in indonesië, meer bepaald het eiland Sumba.

Natuurlijk woongebied: Ze worden gezien in kokospalmen die rond de dorpen staan. Ze zijn zeer schuw.

In het wild leven ze in paartjes of kleine groepen. Maar ze scholen soms in grote groepen samen om te eten. Ze voeden zich voornamelijk in de boomtoppen, maar kunnen ook naar de grond komen. Hun voedsel bestaat uit verschillende zaden, noten, bessen, fruit en vermoedelijk bloemen. Ze vernielen de jonge vruchten van sommige bomen en vergrijpen zich aan kokospalmen waarvan ze de rijpe vruchten afschillen. Ze richten eveneens schade aan op de maïsvelden waardoor ze vaak door de plaatselijke bevolking neergeschoten werden.

Balts

De balts van de man is mooi om te aanschouwen. Meestal begint die al vrij vroeg in het jaar (kan zelfs al in januari) Hij loopt over de zitstok, waarop het vrouwtje zit, op en neer, zet zijn kuif op, spreidt zijn vleugels en zijn staart uit en maakt talrijke buigingen waarbij de pupillen verwijd worden.

Kweek

De pop legt 2 tot 4 eieren, die +/- 27-28 dagen bebroedt worden, door beide ouders, om beurt gedaan. Deze eieren worden met tussenpozen van 2 tot 4 dagen gelegd. De kuikens worden geboren met een niet al te dikke bleekgele dons en een roze bek. Ze wegen +/- 13 g bij geboorte. De jongen vliegen na 10-12 weken. Ze worden als ze 3 weken oud zijn geringd met een 11 mm ring. Ze blijven nog een geruime tijd bij de ouders zitten alvorens ze zelfstandig zijn. Als men toch de pech heeft dat het ouderpaar niet de uitstekende broeders of ouders zijn, moet men de eieren laten grootbrengen door pleegouders of onder de broeikast leggen. Best neemt men het ei af en laat het gedurende 1 dag in een warmere omgeving liggen. Na 1 dag verplaatst men het in de broeikast. De vochtigheid moet tussen de 60%-65% liggen. Beweeg de eieren niet te veel bij het transport of hou ze niet verticaal. Eieren zijn zeer gevoelig voor trillingen. De oranjekuifkaketoes wonen meestal tussen maart en april, echter er zijn gevallen dat ze vroeger durven wonen.

Nestkast

De nestkast heeft best de afmetingen 25 x 30 x 50 cm en is best uit zeer sterk materiaal vervaardigd. Meestal kunnen ze het een jaar stellen met dezelfde nestkast. Want na een kweekseizoen is de nestkast zo goed als gesloopt. Een natuurlijke holle boomstam, die ik persoonlijk aanraad, aangezien hier geen naden zijn waar mijten en luizen kunnen in schuilen, isoleert veel beter en bovendien oogt het mooier. Een andere tip die ik van een collega vernomen heb is de volgende: Zorg ervoor dat er 2 invlieggaten zijn, b.v. een boven en een opzij. Dit om te vermijden dat de man de pop in de nest kan afmaken of uithongeren. Door 2 invlieggaten aan te brengen kan de pop ontsnappen. Reinig de nesten grondig met een ontsmettingsmiddel dat geschikt is voor vogelsoorten. Persoonlijk kan ik iedereen maar Virkon aanraden, dat ik al in vorige artikels besproken heb. Dit product van Nederlandse makelij bestrijdt virussen, schimmels en bacteriën en gaat dus veel verder dan het klassieke bleekwater en dettol. Daarenboven is het geen hinder voor de vogels en mag het zelf in hun buurt gebruikt worden. Verder brand ik elke nest vanbinnen af met een brander. Even een korte vlam en alle eitjes van ongedierte zijn dood. Als nestvulling komt er een klein beetje turf op de bodem gemengd met gekapte beuk of gemalen kemp (dit zijn de planten die het kempzaad voortbrengen) Dit is wel duurder dan gekapte beuk, maar ontsmet 100%. Er wordt ook geregeld takken aangeboden die ze dan fijn knagen in de nest. Als de kakatoes blijven hun nest volledig vernielen is dit ofwel een teken dat deze nestkast hen niet aanstaat ofwel omdat er niet voldoende hout aanwezig is om aan te knagen.

Agressief

Het is al even aangestipt; de oranjekuif kakatoe is een van de agressiefste witte kakatoes. Het gebeurt dat de man de pop dood. Heeft de liefhebber te maken met een agressieve man dan kan dit als volgt opgelost worden:

  1. De man in de aangrenzende volière naast de pop plaatsen. Als de man minder agressiviteit toont ( bvb hij tracht de pop door de draad te voederen) dan kan hij bij haar gelaten worden.
  2. De man in een kooi plaatsen binnen de volière waar de pop zich bevindt. Hier mag men de man ook pas los laten als hij de pop aanvaard heeft.
  3. De man kortwieken zodanig hij trager vliegt dan de pop.
  4. De man laten kiezen uit meerdere poppen en één van de drie bovenvermelde punten in combinatie hiermee toepassen.

Als de liefhebber een koppel heeft kunnen samenstellen zullen broedresultaten snel volgen. Deze methode kan eveneens toegepast worden voor elke agressieve parkiet – of papegaai soort.

Een ander hulpmiddel dat veel problemen kan oplossen is het plaatsen van een camera. Deze kan elk stadium van de broedcyclus volgen, het kippen van de jongen, het voederen en met een beetje geluk het gedrag van de man. Zelf heb ik al beelden gezien waarbij men dacht dat de pop de eieren opat. Door de beelden ontdekte men dat de pop na het leggen van het ei het nest verliet en de man er daarna in kwam geklauterd. Deze laatste begon dan gewoon voetbal met het ei te spelen. Deze observatiecamera kan ook het leven van de pop redden. Als de pop ziek wordt en haar hok moet verlaten, is het best dat de man ook verplaatst wordt. Als men dit niet doet dan beschouwt de man het hok als zijn territorium en kan hij de pop als indringer beschouwen. Als de man ook apart wordt geplaatst dan zal het samenkomen van het paar achteraf minder stress teweeg brengen. Een man valt de pop gewoonlijk aan omdat hij klaar is voor te kweken en zij niet. Dit kan allemaal te wijten zijn door stress. Een andere methode om te vermijden dat de man de pop aanvalt (heb ik niet voorzien in de eerdere opsomming omdat ik niet 100% voorstander van dit systeem ben) is een soort van snavelbal laten aanbrengen. In de bek van de man wordt een soort pinnetje gestoken waarop een balletje wordt bevestigd. Hierdoor kan de man de pop niet verwonden. Maar aangezien de bek snel groeit gaat door het groeien het pinnetje met de snavelbal afbreken en is het maar effectief voor een periode van 24 tot 51 dagen. Dit is allemaal uitgetest geweest in een onderzoekscentrum in Florida. Maar zelf vind ik het niet zo’n goed systeem, omdat men ook de vogel goed moet observeren dat hij wel fatsoenlijk kan eten opnemen. Verder moet er rekening gehouden worden met de huisvesting aangezien het niet meer mogelijk is voor de man om met zulk attribuut aan zijn bek naar omhoog te klauteren bij kleine gaas( minder dan 25 mm) , dus tamelijk veel nadelen.

Volière

Koloniebroed is slechts mogelijk als men over reusachtige volières beschikt. Maar aangezien men het hier over een zeer agressieve soort heeft waarbij de man de pop zelfs kan doden tijdens het broedseizoen, is een aparte huisvesting aangewezen. Als huisvesting dienen ze te beschikken over een volière van minstens 4 x 2 x 2 m met een aangrenzend nachthok dat ze moet beschermen tegen de vorst. De volière mag niet te smal zijn, aangezien de pop dan geen enkele kans heeft om te ontsnappen aan de grillen van de man. De volière dient in metaal uitgerust met een sterke draad, van 2 mm dikte met een maaswijdte van 12 x 24 mm, dit is absoluut noodzakelijk. De vogels bijten hun weg gewoon door dunne draad door. Zorg voor een vorstvrij nachthok, dat in steen of gealvaniseerde ijzeren platen is opgetrokken. De vloer van het nachthok is van beton of vloer en de bodem van de buitenvolière kan men best in natuurlijke staat laten. Zorg dan wel voor een fundering van 30-50 cm omdat kaketoes goede gravers zijn. Veel kwekers prefereren in het algemeen liever dichte wanden aan iedere kant van de kaketoevolière. Alleen de voorkant is van gaas voorzien. Zo wordt het kweekkoppel niet gehinderd van buren. Er wordt aangeraden indien de wanden van gaas zijn om geen andere kaketoes als buur te zetten. Best neemt men parkietsoorten als buffer. Agressieve aras kunnen er ook voor zorgen dat de broedlust van de kaketoes vermindert. Let daarom op dat je zulke vogels niet als buur naast hen plaats.

Belangrijke weetjes

Deze soort is zeer gevoelig voor verstoring. Niet enkel de verzorger kan ze storen, maar ook wijzigingen in de omgeving. Daarom hebben de kwekers vaak te maken met slechte eieren, afgestorven eieren en jongen die niet gevoederd worden. Veel kuikens dienen dan ook genoodzaakt met de hand verder grootgebracht te worden. Als ideale vochtigheidsgraad is aangewezen 70% en dienen de eendagskuikens een warmte te hebben van 36.50° C – 37.00° C. Om al deze bovenvermelde problemen met eieren en jongen te vermijden is het aangewezen om een goede voeding, propere nesten en toegang tot regen en / of badwater te geven.

Verzorging

Als zaadmengeling verstrek ik de australian parrot loro parque mix, halfrijpe maïs; zeer veel fruit en groenten, vooral appel, peer, rozebottel, rode biet, vijgen, granaatappel, bessen, groenvoeder; gekookte en gekiemde zaden van de firma Versele laga. Sepiaschelpen voor het kalkgehalte op het goede peil te houden. Noten hebben de slechte naam om schimmelziektes aan te wakkeren, maar zijn toch een essentiële voedingsbasis voor onze papagaaien. Noten zijn zeer goed voor hartproblemen. Natuurlijk moeten er geen grote hoeveelheden aangeboden worden, maar van de andere kant mag men ze ook deze kans om noten op te nemen niet verbieden. Oranjekuifkaketoes pellen liever walnoten en eten graag hazelnoten en cedernoten. Noten moet men goed bewaren. Niet vochtig en luchtdicht. Beschadigde noten, noten die nat geworden zijn of noten met gaatjes in worden weggegooid. Noten kan men maximum 6 maanden goed bewaren. Men kan ze ook invriezen. Ze zijn dol op de rode zaden van granaatappels. Men kan dit onder hun eivoeder mengen. Ook een goede gritmengeling van grove oesterschelpen en grove maagkiezel mogen niet ontbreken. Verder is er steeds een jodiumsteen aanwezig en vers drink –en badwater. Kaketoes baden graag en nog liever , ze zitten graag in de regen. Ze drinken ook veel meer dan in vergelijking met parkieten. Vandaar alleen al moet men het water dagelijks verversen. Want als er niet dagelijks vers water wordt verstrekt, dan krijgt men een bacteriënpoel. Wekelijks wat trosgierst breekt ook de dagdagelijkse voeding.

Zelf ben ik bij kwekers geweest die hun kaketoes veel zonnepitten en boekweit geven. Op zich een vrij olijke zaadmengeling. Maar de kweekresultaten waren zeer goed. Wel moet er opgemerkt worden dat deze vogels in volières van +/-5 meter lang zaten. Het beste is dat U zelf uitzoekt waar uw vogels het beste mee zijn en u de beste kweekresultaten behaalt.

Ziektes

Het is bekend, kaketoes zijn gevoelig voor ziektes zoals bek en veder ziekte (PBFD). Daarom als men import vogels wil kopen van vogels die in Zuid-Afrika of ergens anders gekweekt zijn , zorg dan steeds dat er een attest kan bekomen worden dat de vogels van deze ziekte vrij zijn. Verder een geregelde vaccinatie voor wormen en /of lintwormen kan geen kwaad. Kaketoes vertoeven vaak op de grond om hun voedsel te zoeken en kunnen zo snel door wormen besmet worden.

Een andere zaak die ik even wil aanstippen is het feit dat sommige kaketoes snel in stresstoestand kunnen geraken. Op zich is hier weinig aan te doen. Dit maakt het de verzorger niet gemakkelijker op om hem bijvoorbeeld te vaccineren of te onderzoeken bij gebreken of ziektes. Een tip van mijn dierenarts kan zulke mensen misschien helpen. Voeg in het drinkwater wat valium toe, gedurende enkele dagen. Hierdoor gaat de vogel minder snel in stress geraken en kan hij zo makkelijker verplaatst worden of verzorgd bij problemen. Voor de juiste dosering kan ik u enkel aanraden om een vogelarts te contacteren.

Ik behaal zeer goede kweekresultaten in een volière met afmetingen 2 m breed 2 meter hoog en 5 meter lang waarbij een nachthok voorzien was van 1.5 meter lang op idem afmetingen waarin de vogels tijdens de koudere maanden opgesloten kunnen worden. Het is een ex-import paar en toch niet helemaal schuw. Er is een open gedeelte in de volière waarbij de vogels een douche kunnen nemen.