Kliermaag dilatatie syndroom (KDS, PDD)

Wat KDS is weten de meeste onder ons al.  Het dood over langere periode verschillende papegaaien/parkieten.  Het kan een jaar , twee jaren stil aanwezig zijn en dan plots toeslaan.  Het laatste wat de universiteiten en artsen aan het bewijzen zijn is dat het een kruising is van Borneo virus met paramyxo virus.  Ze proberen heden een test te ontwikkelen die de dragers van de gezonde vogels zou moeten scheiden.  Met dit artikel wil ik vooral de mensen duidelijk maken wat de symptomen zijn, want dit is heel wat meer dan hetgeen er standaard in de boeken staan.  Hoe kunnen we trachten KDS uit onze collectie te houden.

Symptomen

De verschijnselen hebben vooral te maken met aantasting van het maagdarmkanaal en of het zenuwstelsel.  Het gaat hoofdzakelijk om ontstekingen van de zenuwen in de wand van de maag en/ of de darm waarbij er een verlamming van de maag of darm optreedt. Door de verlamming gaat de maag/ darm verslappen en zich verwijden. Het maagdarmkanaal kan hierbij stil komen te liggen.

Dezelfde ontstekingen die in de maag/ darmwand worden gevonden, kunnen ook in de hersenen worden aangetroffen bij dieren met draainek verschijnselen en/ of verlammingsverschijnselen van poten en/ of vleugels.

De meest voorkomende verschijnselen zijn:

  • Geen eetlust meer waarbij de vogels soms totaal vasten
  • Braken.
  • Vermageren en toch nog voldoende eten
  • Verlammingen van de poten
  • Het plots niet meer kunnen vliegen
  • Dikkere buik waarbij de maag soms goed te voelen is of waarbij de darmen sterk zijn gezwollen.
  • Afwijkende ontlasting al of niet met onverteerde zaaddelen.  Mest die vaak slijmerig is met veel groen
  • Vage klachten
  • Acute sterfte, waar er geen bijzonderheden vooraf te melden waren

De acute sterfte zien we bij die vogels waarbij de maag overvol is geraakt en het dier ofwel door shock ofwel door verhongering dood gaat met een volle maag en een darmbloeding.

In de praktijk zijn ook gevallen gezien waarbij er hoofdzakelijk sprake was van een sterke verwijding van het darmkanaal. De maagverwijding was hierbij dan niet opvallend.

Bij weefselonderzoek van de darm werden afwijkingen gevonden in de zenuwen die typerend zijn voor de ziekte.

We zien ook acute sterfte waarbij achteraf blijkt dat er spraken was van aantasting van de zenuwen van het hart of van zenuwen in de bijnier.

We zien steeds minder vaak vogels met de klassieke verschijnselen van vermageren en onverteerde ontlasting.

Het verloop van de ziekte is in bestanden onvoorspelbaar.  Meestal zijn de vogels kerngezond en liggen plots dood.  Meestal breekt het virus uit als de vogels willen gaan wonen, jongen hebben, nieuwe buren of verandering in voeding/collectie, ruiperiode.  Dus tijdens een stressperiode.

Autopsie

Bij sterfte eender hoe, is het aan te raden om de vogel naar een pathaloog te sturen voor verder onderzoek.  Een gewone dierenarts zal een autopsie uit voeren maar kan onmogelijk aan de hand van een vergrote kliermaag vaststellen dat het KDS is.  Voor echt zekerheid te hebben moeten de bijnieren onderzocht worden en eventueel een histologie uitgevoerd worden.  Als er van uit gegaan wordt dat de vogel zich wel doodgevlogen heeft of een acute sterfte gehad heeft te wijten aan zijn hart , dan is men verkeerd.  Elke dode vogel dient onderzocht te worden.  Want beter 50-100 euro kosten maken bij van manier van spreken, dan een volledige collectie in gevaar brengen.

Behandeling

De behandeling is een groot probleem, zoals bij alle virusziektes. Er zijn geen medicijnen bekend waarmee de vogels gericht en goed behandeld kunnen worden.

Zoals bij alle virusziektes is de aanpak vooral gericht op het verbeteren van het management (voeding, huisvesting en verzorging).

De therapie is vooral gericht op het ontlasten van het maagdarm kanaal met aangepaste voeding.

Het is vooral belangrijk om te voorkomen dat de vogel door het eten van zaden een maag-overvulling krijgt. Ook zijn onverteerde zaden in de darm ongunstig voor het darmkanaal.

Verder moeten maatregelen genomen worden om de conditie van de vogel te ondersteunen en zo mogelijk de weerstand te verbeteren.  Het is bijvoorbeeld ongunstig als vogels binnen worden gehuisvest.  Zonlicht en frisse lucht is een belangrijk onderdeel van de preventie.  Een jaarlijkse vaccinatie met Colombo vaccin kan de verspreiding belemmeren maar is nog niet bewezen dat het effectief helpend is.

Prognose en overlevingskansen

De overlevingskansen van vogels met klachten en verschijnselen zijn bijzonder slecht.

Er zijn vogels die het overleven maar hierbij is het de vraag voor hoe lang. Er kan een blijvende maagafwijking blijven bestaan.

In bestanden waar de ziekte aanwezig is, mag ervan uitgegaan worden dat er vogels zijn die kans zien om voldoende weerstand op te bouwen. Er treedt dan ook geen 100% sterfte op in besmette bestanden.

In de loop van de tijd mogen we hopen dat het virus in een bestand minder sterk wordt terwijl de weerstand van de vogels gaat verbeteren.

Bevindingen bij de sectie

Hoofdzakelijk zien we een sterk afwijkende maag waarbij vooral de kliermaag sterk is verwijd en overvuld met zaden of andere voeding.   De wand van de kliermaag is hierbij veelal zeer dun geworden. Ook de spiermaag is meestal afwijkend verslapt met een dunne spierwand.

Tevens kan een verwijding van het darmkanaal worden gevonden met een afwijkende inhoud en onverteerde zaden.

Bij weefselonderzoek kunnen afwijkingen gevonden worden in de wand van het maagdarmkanaal en in de hersenen die typisch zijn voor de ziekte. Ook worden afwijkingen gevonden in andere organen zoals zenuwafwijkingen in het hart of in de bijnier.

Besmettelijkheid

Er zijn talloze ervaringen en beschrijvingen van de ziekte in bestanden waarbij duidelijk is dat het gaat om een besmettelijke ziekte.  Daar mag men zeker van zijn, maar hoe de verspreiding gebeurt is nog niet bewezen.

Er zijn bestanden waarbij in enkele jaren tijd tientallen vogels sneuvelden ten gevolge van de ziekte. Er moet rekening mee gehouden worden dat vogels langdurig drager kunnen zijn.

Het is aannemelijk dat vooral de ontlasting van vogels besmettelijk is.   Maar ook de voeding en de kooi op zich.  In gesloten ruimtes met geen verluchting en filtering, kan dit virus een ravage aanrichten.  Een ganse collectie kan op een aantal jaren sneuvelen.  Buiten is de verspreiding minder.  Via de lucht zal het virus zich waarschijnlijk niet verspreiden, maar zeker staat dat de ontlasting en de voeding de besmetting al zeker doorgeven.

Maatregelen in besmette bestanden

Zoals bij alle besmettelijke (virus)ziektes moeten er verschillende maatregelen genomen worden.

  • Laat zieke of dode vogels onderzoeken zodat er duidelijkheid is over de achtergronden van de problemen.  Stuur ze direct op naar een pathaloog.  Een goede deskundige pathaloog is De heer Dorrestein, die gevestigd is in Veldhoven.  Zijn e-mail adres is info@noivbd.nl Een dierenarts en vogelarts kunnen de autopsie uitvoeren maar voor de pathaloog is het beter dat hij de volledige vogel heeft om onderzoek op uit te voeren i.pv. enkele organen.  Moest de arts toch organen op sturen dan mag hij nooit vergeten de bijnieren mee op te sturen.  Spijtig genoeg is er een histologie nodig als er geen uitsluitsel komt uit het onderzoek van de bijnieren
  • Isoleren van dieren met verschijnselen en van dieren die in contact zijn geweest met de zieke vogels. Zelfs kan euthanasie worden overwogen.  Bij isolatie deze vogels steeds laatst voederen en de schoenen, handen en materiaal goed ontsmetten.
  • Ondersteunen van de algehele conditie van de vogels door verbetering of aanpassing van de voeding. Ook kunnen ondersteunende injecties worden gegeven.  Bijvoorbeeld een jaarlijkse vaccinatie met Colombo vaccin, levert bij vele kwekers een soort van bescherming
  • Vogels bij voorkeur buiten huisvesten omdat de verspreiding in binnenverblijven gemakkelijker zal kunnen verlopen dan in buitenverblijven.
  • Kies een bodembedekking in binnenhokken waarbij het minst stofvorming zal optreden. Schelpenzand is met name ongeschikt vanwege de stofvorming en het gestuif.
  • Binnenverblijven goed ventileren om zwevend stof te voorkomen.  Een luchtionisator is al een goed iets om vele onaangename stofdeeltjes te elimineren.  Een goede klimaatbeheersing is in binnenverblijven een belangrijke preventie voor problemen. Vogels dienen eigenlijk altijd de beschikking te hebben over een buitenvolière met een verwarmd binnenverblijf.
  • Geregeld met een atomist of verstuiver de plaatsen benevelen.  Gebruik VirkonS of F10 hiervoor

Preventie

Bij besmettelijke ziekten is de preventie altijd het belangrijkste. Het motto blijft dat voorkomen beter is dan genezen.

Bij virusziekten is de beste preventie om vogels, die niet besmet zijn, te enten met een vaccin of entstof. Helaas is er geen entstof beschikbaar om te voorkomen dat vogels besmet kunnen worden met het Kliermaag Dilatatie Syndroom. Gezien de huidige stand van zaken met het onderzoek is er ook weinig hoop dat hier de komende jaren verandering in zal komen.  Maar we mogen niet pessimistisch worden en de wetenschap geduld en tijd geven.

De enige preventie die overblijft is om geen besmette vogels in een bestand te halen.  Makkelijker gezegd dan gedaan.

Dit kan betekenen dat er wordt gestreefd naar een “gesloten bestand” waar geen vogels aan worden toegevoegd.

Als er toch vogels worden aangeschaft dan is het essentieel dat deze worden aangeschaft via betrouwbare kanalen.   Het aanschaffen van een vogel via onbekenden, handelaren vogelmarkten en advertenties is vragen om problemen.  Dit zijn broeihaarden van verschillende ziektes.  Spijtig genoeg zien ZEER weinig mensen dit in.   Daarnaast dienen vogels langdurig in quarantaine te worden gehouden.  Tijdens deze quarantaineperiode kunnen de vogels worden geobserveerd en onderzocht.  Maar let op zoals ik al eerder vermelde: voor KDS is er geen geldende quarantaine periode omdat dit na jaren nog kan uitbreken.

Het is niet bekend hoe lang de periode is tussen het moment van besmetting en de eerste ziekteverschijnselen (= incubatieperiode). Er kan dan ook niet worden aangegeven hoe lang vogels in quarantaine moeten blijven alvorens ze in het bestand op te nemen. Vogels kunnen na meerdere jaren pas verschijnselen vertonen en dood gaan.

Een mogelijkheid is om vogels bij de aankoop te onderzoeken waarbij in ieder geval een (contrast)röntgenfoto wordt gemaakt.

Bij twijfel of aanwijzingen is het dan raadzaam om de vogel niet aan te schaffen.  Mag je nooit doen ook al denk je van ” ik heb 2 uren moeten rijden” of “ik vind misschien geen andere meer” Neen mag je niet doen, want de teleurstelling achteraf is eens zo groot.

Het röntgenonderzoek geeft geen 100% uitsluitsel.

Verder blijft het essentieel om alleen vogels aan te schaffen uit bestanden waarvan bekend is dat er geen problemen spelen.  En dan nog is men nooit zeker, want er zijn weinige kwekers die hun dode vogels laten onderzoeken en bij KDS de verkoop stil leggen.

Dit wil zeggen dat aankopen via via, oftewel via de (tussen)handel een groot risico met zich mee brengen.

Een belangrijke preventie is verder het voeren van een goed management ten aanzien van de voeding, huisvesting en verzorging.  Het voederen van pellets is een belangrijke stap in de goede richting, maar dit is helaas geen hoofdvoeding.  De meeste papegaaien lusten het echt niet graag en hierdoor kunnen ze voedingstekorten in hun lichaam bekomen met de dood tot gevolg.  Ik ben voorstander van een gevarieerd voedingsschema met veel gekiemde zaden (dagelijks) , groenten en fruit, eivoeder, voeding uit de natuur en aangevuld met een behoorlijke zaadmengeling.  Pellets zijn goed als je een strak dagschema volgt bv.  ’s Morgens fruit gekiemde zaden en pellets en ’s avonds pas zaden geven.  Maar enkel pellets zou ik niet aanraden. Verder dienen vogels de beschikking te hebben over een buitenvolière en een verwarmd binnenverblijf. Bij overbevolking of het bij elkaar plaatsen van vogels die niet bij elkaar horen wordt een probleem opgeroepen.

Twee maal daags eten geven en er voor zorgen dat de vogels tam zijn of worden vermindert de aanwezigheid van stress bij de vogels en daardoor is er een minder grote kans op problemen.  Zelf kweek ik met voornamelijk handopfok vogels daar deze weinig stress hebben.  Bij mij is het belangrijkste de vogels in leven te houden en een goed leven aan te bieden, daarna komt pas de kweek.  Een handopfok vogel kweekt net zo goed als een natuurbroed.  Want stress is het grootste risico om een uitbraak aan te wakkeren

Conclusie

Met het Kliermaag Dilatatie Syndroom hebben we te maken met een zeer ernstige ziekte binnen de vogelliefhebberij. De ziekte kan grote consequenties hebben voor de individuele vogel en voor vogelbestanden.

Het gaat om een ziekte waar geen medicijnen voor bestaan en waarbij het altijd gaat om een aankoopprobleem.

In de praktijk zijn er talloze voorbeelden waarbij duidelijk naar voren komt dat de problematiek zeer ingewikkeld kan zijn. Het komt in de praktijk voor dat liefhebbers, nadat bekend is wat voor probleem er in het bestand aanwezig is, vervolgens in korte tijd vogels gaan aanbieden en verkopen om daarmee “de schade” te beperken.

Helaas zijn er momenteel geen mogelijkheden om deze verspreiding van besmettelijke ziektes te voorkomen.

Elke liefhebber moet zich realiseren dat er via de handel allerlei besmettelijke ziekten worden verspreid.

Om een besmettelijke ziekte zo goed mogelijk te kunnen traceren is het essentieel dat vogels geïdentificeerd zijn.

Omdat er voor de ziekte zelf, binnen de vogelgeneeskunde, tot op heden nog weinig concrete mogelijkheden bestaan, ligt de toekomst van de ziekte in handen van de liefhebberij.

Het draait hierbij om goede preventieve maatregelen, goed management en om het nemen van verantwoorde beslissingen.